Aan mijn oud-professor Emmanuel Gerard

Aan mijn oud-professor Emmanuel Gerard

Uit ONAF van januari 2023

DE VLAAMSE CANON WORDT IN APRIL GEOPENBAARD

Dat de ‘Vlaamse identiteit’ vandaag grotendeels taboe is in het academische milieu, zal weinigen sinds de uitbraak van de canoncommotie verbazen. Criticasters stellen dat de canon de geschiedenis van onze streken zou reduceren tot Vlaamse ‘staatspropaganda’. Over mijn ervaringen aan de KU Leuven met betrekking tot dit thema sinds het academiejaar 2014-2015 zou ik vandaag een boek kunnen schrijven.
Minstens één pagina in dit werk zou ongetwijfeld worden gewijd aan de persoon van professor emeritus Emmanuel Gerard.
Prof. em. Gerard tijdens een uiteenzetting op 21 juni 2017 over de Belgische regeringen in het interbellum

Geschiedenisstudent in Leuven

Hieronder volgen enkele van de vele voorbeelden die ik kan geven met betrekking tot de eigenaardigheden van de faculteit geschiedenis van de KU Leuven tijdens mijn studiejaren. Zo herinner ik me hoe een medestudent tijdens een lespauze in mijn allereerste semester op een afgezonderde plek en stilletjes informeerde naar mijn Vlaamsgezindheid en bij welke Vlaams-nationale studentenvereniging hij volgens mij het best kon aansluiten. Het voornaamste was toen duidelijk dat niemand uit ons jaar hem die vraag kon horen stellen.

“Het grenst bijna aan waanzin ...”

Daarnaast denk ik terug aan de weigering van de uitbaters van de faculteitsbar om op een avond een groep Vlaams-nationalistische studenten met pet en lint al vanop afstand met niet mis te verstane handgebaren de toegang tot het studentencafé te verlenen. Deze mentaliteit manifesteerde zich ook in mei 2020 in het kringblad van de geschiedenisstudenten, toen de auteur van een artikel over de lokale politieke situatie in Ninove ten aanzien van ‘de radicale Vlaams-nationalistische student’ stelde niet te kunnen begrijpen “waarom u geschiedenis studeert”. Gezien de publicatie van de tekst kunnen we ervan uitgaan dat de redactie zich achter dit standpunt schaarde. Men zou zich voor minder als een buitenstaander gaan voelen en gedragen.

Tot slot dient opgemerkt dat tijdens lessen van algemene vakken, waarin aandacht werd besteed aan ontvoogdings- bewegingen van volkeren en rassengemeenschappen, nooit aandacht werd besteed aan de Vlaamse kwestie. Uiteraard moeten deze verschillende emancipatiehistories op gepaste ogenblikken belicht worden, maar dient dit dan echt steeds voorrang te krijgen op het specifieke verleden van het Vlaamse zelfstandigheidsstreven en de verwezenlijkingen van het Vlaams-nationalisme?

Slechts tijdens een les van het vak ‘Geschiedenis van de Nederlanden’ werd eens naar een opinie verwezen die in de jaren 50 verscheen in een Vlaamsgezind en katholiek blad. Specifiek ging het over een opinie tegen de opkomst van televisietoestellen in de Vlaamse woonkamers, aangezien deze werden beschouwd als een bedreiging voor de rust en gemoedelijkheid die een gemiddeld gezin kenmerkte aan het einde van een lange school- en werkdag. Het was de bedoeling hoongelach te bekomen vanop de studentenbanken, wat ook enigszins lukte.

Een verademing

Rekening houdend met het bovenstaande waren de lessen van het vak ‘Politieke Geschiedenis van België’ die ik van professor emeritus Gerard genoten heb een ware verademing voor mij. Naast zijn grote vaardigheid als docent door steeds in dialoog te treden met zijn studenten,
herinner ik me hoe hij een van zijn eerste lessen in een goedgevulde aula begon met
een groot weergegeven afbeelding van de IJzertoren. Hij stelde toen de vraag wat de concrete betekenis van de constructie was.
Ik stak mijn hand op en kreeg een microfoon in de hand gedrukt. Het uitgebreide antwoord dat ik gaf over de ontstaansgeschiedenis van het monument deed enige hoofden draaien en mogelijk enkele ogen rollen, maar de professor was blijkbaar tevreden met de inhoud ervan. Dat ben ik ook nog steeds ten zeerste over zijn academische verdiensten en ik betwijfel dan ook helemaal niet de vaardigheid die hij aan de dag heeft gelegd en zal leggen als voorzitter van de canoncommissie.

Helaas leken enkele oud-collega’s hier minder van over- tuigd, wat resulteerde in publieke verdachtmakingen aangaande Gerards persoon. Zo zou hij volgens historici Jo Tollebeek (KU Leuven), Marc Boone (UGent) en Karel van Nieuwenhuyse (KU Leuven) in een door hen geschreven 80 pagina’s tellende tekst “gepokt en gemazeld zijn in de katholieke zuil en behalve met het maatschappelijk middenveld ook goed bekend met de politieke wereld”. De Tijd-columnist Rik Van Cauwelaert merkte hier in november ter ondersteuning van professor Gerard met enig sarcasme over op dat door een dergelijke omschrijving van de man maar weinig deugdelijks te verwachten kon zijn. Hij voegde hier nog aan toe:

“Een geïnformeerde lezer vraagt zich af of de auteurs van het ‘Standpunt’ kennis hebben van het werk van de twee historici in de commissie. Gerard begeleidde ooit samen met andere historici de Senaatscommissie die de moord op eerste Congolese premier Patrice Lumumba onder- zocht. […] De conclusie is duidelijk: dat canonproject is het gevolg van een collusie van Vlaams-nationalisten met andersglobalisten en de onvermijdelijke conservatieve cultuurcritici. […] De canondiscussie wordt stilaan een tragikomische afrekening onder professoren.”

Geduld is een schone deugd

Gelukkig hangen de reputatie en de positie van de professor niet af van een door een 26-jarige oud-student in dit tijdschrift geschreven steunboodschap. Gerard heeft immers al zelf in een eerste verklaring terecht aangegeven dat zijn criticasters zijn werk veroordeelden zonder te weten wat erin staat: 

“Het grenst bijna aan waanzin, ik kan er alleen maar dat woord voor gebruiken. Wat men daar beschrijft, is niet de canon waaraan we werken. De drie academici veroordelen de canon op basis van wat zij denken dat erin zal staan. Ze hebben het over een ‘stille generator van de anti-Belgische strijd’, die ook de ‘gehechtheid aan België’ moet uithollen. Waar slaat dat op? De auteurs van dit stuk blijven steken in één groot intentieproces. Het is een obsessie geworden …”

Zoals de professor daarnaast voorstelde, dient de canon pas te worden beoordeeld na de publicatie ervan in april. Dan kan iedereen, ook de VVB, beslissen wat hiermee kan worden aangevangen. De oorsprong van dit initiatief ligt dan wel bij de politiek, maar een degelijk wetenschappelijk bekomen resultaat kan nuttig zijn voor alle geïnteresseerden en belanghebbenden.

Nick Peeters

Deel dit bericht op uw sociale mediakanalen of verzend de link met een E-post bericht.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram
WhatsApp
E-Post

De Vlaamse Volksbeweging een duwtje in de rug geven? Uw steun zorgt ervoor dat de Vlaamse Volksbeweging haar werk kan blijven uitvoeren. Bovendien krijg je jaarlijks vanaf een bedrag van €40 een fiscaal attest.

0
Geen producten in je winkelwagen.