Een aanvankelijke oproep voor een regering van ‘nationale’ eenheid kreeg geen gehoor. Logisch, de Belgische ‘natie’ is een chimera, een monsterlijk mythisch wezen dat niemand, tenzij misschien een dolgredraaide ‘GLB’ (Georges Louis Bouchez) nog echt achterna loopt.
Het ziet er ook naar uit dat het 4-seizoensalternatief, dat onder de naam Vivaldi in de Wetstraat de ronde deed, minstens voorlopig is gestrand.
Voortgedreven door PS en SPa krabbelden de partijen die deel uitmaken van de gebuisde minderheidsregering, inmiddels, een beetje noodgedwongen, min of meer overeind en ondernamen ze de tocht naar verkennende gesprekken voor een ‘Arizona’-coalitie.
Dat ook dit vooral op drijfzand berust werd gisteren nog pijnlijk duidelijk toen de gesprekken werden doorkruist door een stemming over een wetsvoorstel inzake abortus dat reeds sinds 2016 rondgaat in de kamer en nu plots onvermijdelijk diende gestemd te worden.
Een aantal Vlaamse partijen staken daar, met de steun van CDH, voorlopig een stokje voor, aan Franstalige kant (Le Soir 3 juli 2020) loeit men over miskenning van de democratie.